Tieren (Duits)

1234567891011121314
Across
  1. 5. Ik rij ....
  2. 6. Dat is een dik beest, zo'n ...
  3. 8. Toch zielig die ..., altijd maar in een hok...
  4. 9. We zagen een paar ... in Canada.
  5. 10. Een .... besluipt zijn prooi.
  6. 13. De .... heeft de gordijnen kapot gemaakt!
  7. 14. Hebben die .... het niet koud?
Down
  1. 1. Ik laat de ... uit.
  2. 2. Die .... houd wel heel erg van kaas.
  3. 3. De ... maakt een irritant geluid
  4. 4. Een ... is de grootste vis.
  5. 6. Ik heb een ... gevangen!
  6. 7. Er staan heel erg veel ... in deze puzzel.
  7. 11. Doe niet zo gek! Je lijkt wel een ...!
  8. 12. Hopelijk wordt die ... door onze kat gevangen!