TL3 - Vocab Unit 3
Across
- 2. corrigeren
- 7. eenzaamheid
- 8. kwispelen
- 9. oordelen
- 10. prest
- 13. ongeduldig
- 17. stijgen
- 18. stuiteren
- 20. aaien
- 22. bewoner
- 23. band
- 24. gedragen
Down
- 1. mens
- 3. rijden
- 4. dichtbij
- 5. gefrustreerd
- 6. kalm
- 11. lachen
- 12. voork
- 14. geduldig
- 15. vertrouwen
- 16. niveau
- 19. staart
- 21. bezitten
- 24. aanval