Unit 2 - 1bkd
Across
- 4. vandaag
- 7. stoel
- 8. regenen
- 9. uitnodigen
- 11. lachen
- 12. verjaardag
- 14. tijd
- 16. snel
- 17. feest
- 18. dichtbij
- 19. slapen
Down
- 1. fles
- 2. saai
- 3. snel
- 4. ding
- 5. jaar
- 6. iedereen
- 10. haten
- 12. voordat
- 13. altijd
- 15. betalen
- 18. goedkoop