Unit 3 Lesson 11
Across
- 3. creëren
- 4. zoals
- 5. geestig
- 7. recht
- 13. fitness
- 15. beginletters
- 16. maat
- 17. wijd
- 18. depressief
- 20. rommelig
- 21. industrie
- 23. zielig
Down
- 1. ontvangen
- 2. serieus
- 6. uitlopend
- 8. geobsedeerd
- 9. mager
- 10. ontwerper
- 11. toegeven
- 12. spijkerstof
- 14. merk
- 19. sympathiek
- 22. stelletje