unité 1 apprendre 8
Across
- 2. de klacht
- 6. de reden
- 7. hartelijke groet
- 9. de deelnemer
- 10. de duur
- 11. bovendien
- 16. te laat
- 18. echter
- 21. de golf
- 22. de niveau
- 23. sterk
- 24. de instructeur
- 25. inbegrepen
Down
- 1. volgens
- 3. een klacht sturen naar
- 4. het uitstapje
- 5. de halve dag
- 8. op tijd
- 12. vanwege
- 13. de terugbetaling
- 14. de verassing
- 15. daarom
- 17. slecht
- 19. mislukt
- 20. gevaarlijk