vakantie

12345678910
Across
  1. 3. Dit neem je mee op reis
  2. 6. ...... doe je vaak als je op vakantie bent
  3. 8. Er staan tenten op een ......
  4. 9. Je vaart er mee
  5. 10. Je kan er over nachten
Down
  1. 1. Het is een hobby dat je met een dier doet
  2. 2. Het is om de 4 jaren en er doen veel landen aan mee
  3. 4. Het heeft verschillende smaken en het is koud
  4. 5. Het is golvend en blauw
  5. 7. Je hebt geen ...... in de vakantie