Vakantie

123456789101112131415161718192021222324252627
Across
  1. 3. Je kunt er kamperen.
  2. 6. Een bord die je de weg wijst.
  3. 8. Het is bijvoorbeeld Italiƫ of Spanje.
  4. 10. Hier kun je kunst bekijken.
  5. 12. Het is een luxe bad.
  6. 15. Dit smeer je op je huid om niet te verbranden.
  7. 16. Je hebt het nodig om naar het buitenland te gaan.
  8. 17. Het zijn heuvels met gras en zand.
  9. 19. Hier kun je op liggen bij het zwembad.
  10. 20. Je kunt er in zwemmen.
  11. 21. Waar je naartoe gaat op vakantie.
  12. 22. Hiermee kun je de weg vinden.
  13. 24. Iemand die voor zijn plezier naar het buitenland gaat.
  14. 26. Je kunt ermee vliegen in de lucht.
  15. 27. Een vervoersmiddel waar je op kunt zitten.
Down
  1. 1. Bijvoorbeeld een achtbaan.
  2. 2. Je kunt ermee op een camping staan.
  3. 4. Dit zet je op je neus als de zon schijnt.
  4. 5. Het zijn open schoenen en je draagt ze vaak bij het zwembad.
  5. 7. Dit is lekker warm en het is fel.
  6. 9. Een kaart waar alle wegen op staan.
  7. 11. Het is een betaalmiddel in heel Europa.
  8. 12. Hier kun je op liggen in een hotel.
  9. 13. Hier ga je naartoe om dieren te bekijken.
  10. 14. Je kunt er een duik nemen om af te koelen.
  11. 18. Het is koud en je het kunt het eten.
  12. 19. De kaart van een land.
  13. 21. Een land buiten je eigen land.
  14. 23. Je kunt er kleren in doen.
  15. 25. Het is een land dat aan Nederland vast zit.