Verenkelen en verdubbelen

123456789101112
Across
  1. 4. Doe je dat alleen? Nee, dat doen we ... .
  2. 6. Hij werkt in het zwembad als ... .
  3. 8. Schijnt de zon? Nee, vandaag is er ... .
  4. 10. De mensen die naast ons wonen, zijn onze ... .
  5. 11. Niet starten maar ... .
  6. 12. Wij eten met vorken, lepels en ... .
Down
  1. 1. Ik zit in de zetel of in de ... .
  2. 2. Groen, slijmerig dier dat in het water leeft.
  3. 3. In een boek kan je ... .
  4. 5. We plakken het behang tegen de ... .
  5. 7. Tweemaal.
  6. 9. Geluid dat varkens maken.