vocabulair 1
Across
- 2. Ik .....mijn geld liever aan nuttige dingen.
- 4. Haarlem heeft een prachtige.......
- 11. Ik kan altijd erg van het.....genieten.
- 13. daarna
- 15. Toen hij voor zijn examen slaagde, was hij erg......
- 16. Ik kreeg €25.....
- 20. Tijdens mijn opleiding liep ik ....in een ziekenhuis.
- 23. Ik heb op die baan.......
- 24. Ik vond jouw.....over mijn nieuwe jurk erg onaardig.
- 25. Deze winkel...... in allerlei kleurige stoffen.
- 26. Een zakmes is bij het kamperen altijd erg .....
- 28. In Nederland is Sinterklaas vieren een ......
- 29. De aandacht van de hond was.....op zijn eten.
- 31. De....tussen Noord-en Zuid Nederland is ongeveer 300 kilometer.
- 33. Zit niet zo te .......
- 34. Wij gaan zondag een dagje naar de.....
- 35. Deze soep smaakt erg.....
Down
- 1. ....iedere toerist bezoekt Amsterdam.
- 3. Bungeejumpen vond ik een spannende .....
- 5. Hij ..... erg uit naar zijn vakantie.
- 6. Ze .....erg van het harde lawaai.
- 7. Mandela was erg ..... in Zuid Afrika.
- 8. .....in Augustus is het erg warm in Italië.
- 9. de trein heeft zijn ..... bereikt.
- 10. Wie is er eigenlijk.....voor de kinderen?
- 12. Ik lees elke week een interessant......
- 14. Wij hebben een ...... in Hotel Valkenburg geregeld.
- 17. Deze dressing is gemaakt op ....van gember en knoflook.
- 18. Nederland ......tot de rijkste landen van Europa.
- 19. In de winter is een warme jas niet.....
- 21. De twee treinen zijn aan elkaar....
- 22. Stil! In de kerk moet je........
- 27. Op de tafel ligt een ....kranten.
- 30. De ....van de winkel was dit jaar erg goed.
- 32. Hij doet ..... hij de koning is.