Vocabulaire Chapitre 1A

123456789
Across
  1. 2. Uitval, wow jij hebt echt.... geluk
  2. 4. Franse woordjes leren, daar moet je aan ....
  3. 7. iets in de sale, koop je met.....
  4. 8. in god, jezelf, allah, yahwee etc
  5. 9. Tu peux te ....... nom, prénom, âge etc.
Down
  1. 1. fois, semaine, mois, année (elke)
  2. 3. bij een hotel, camping of B&B gasten...
  3. 5. winnen, verdienen
  4. 6. wanneer je ergens klaar mee bent