Vocabulary chapter 3
Across
- 2. chips
- 5. zak
- 6. bestek
- 7. frietjes
- 8. avondeten
- 9. lijken op
- 15. gezond
- 17. ontbijtgranen
- 20. hoeveelheden
- 21. eiwit
- 23. per ongeluk
- 24. nagerecht
- 29. wisselgeld
- 31. taai
- 32. indruk
- 33. brood
- 34. allergisch
- 35. schaal
- 36. bonen
Down
- 1. recept
- 2. keuze
- 3. beslag
- 4. krekel
- 5. smakeloos
- 7. knapperig
- 10. ervaring
- 11. rekening
- 12. milieu
- 13. ontbijt
- 14. (drink)pak
- 16. beschamend
- 18. fles
- 19. hongerig
- 22. vies
- 25. beslissen
- 26. droog
- 27. eetbaar
- 28. kopje
- 29. blikje
- 30. heerlijk
- 34. verschrikkelijk
- 36. doos