Vocabulary
Across
- 4. ontmoeten
- 5. zonsondergang
- 8. saai, vervelend
- 9. genoeg
- 12. (feest)vieren
- 13. nuttig
- 14. avontuurlijk
- 16. golven
- 17. vakantie
- 19. klimmen
- 21. sleutels
- 23. camping
- 24. bezienswaardigheden
- 26. plannen
- 28. betekenen
- 29. op slot doen
Down
- 1. verhuizen, bewegen
- 2. dragen (van kleding)
- 3. begrijpen
- 6. ander(e)
- 7. keuze
- 8. verbranden
- 10. springen
- 11. herhalen
- 13. liften
- 15. stal
- 18. seizoen
- 20. handig
- 22. zeilen
- 25. moe, vermoeid
- 27. geleden