Week 10

12345678910111213141516
Across
  1. 5. de manier om je waardering voor iets of iemand te laten zien
  2. 8. namens anderen iets doen
  3. 10. erg langzaam
  4. 12. zich vooral bezighouden met
  5. 13. ervoor zorgen dat wat je hebt beloofd, ook echt gebeurt
  6. 15. samenvoegen
  7. 16. niet volgens de regels
Down
  1. 1. in delen uiteen gaan
  2. 2. heel succesvol zijn, heel snel gaan
  3. 3. op het laatst
  4. 4. het bericht dat iemand overbrengt
  5. 6. falen, tekortschieten, niet komen opdagen
  6. 7. daarna, daaropvolgend
  7. 9. rustig
  8. 11. in het begin
  9. 14. bewondering en waardering krijgen
  10. 16. volgens de afgesproken regels