winter

123456789
Across
  1. 2. Houdt mijn nek warm.
  2. 4. De maand waarin de winter eindigt.
  3. 5. Verstijft van de ...
  4. 6. Kinderen maken deze meneer met witte vlokken.
  5. 8. Temperatuur onder nul.
  6. 9. Hoofddeksel.
Down
  1. 1. Glijvoertuig in de sneeuw.
  2. 2. Dat doen de Nederlands tijdens de elfsteden tocht.
  3. 3. De maand waarin de winter begint.
  4. 5. Verwarmingstoestel.
  5. 6. Witte laag op de daken.
  6. 7. Bevroren water.