Woorden met -isch
Across
- 1. Rijst is een Chinees gerecht. Frieten zijn eerder een……………………………gerecht.
- 3. Veel toestellen dienen niet meer met de hand bediend te worden maar werken dus……………………………….
- 5. Dat meisje heeft veel fantasie. Ze bedenkt een……………………………………………plan.
- 7. Mijn broer werd gestoken door een wesp en moest meteen naar het ziekenhuis afgevoerd worden. Hij is……………………………voor bijensteken.
- 8. De nieuwe technologie is ingewikkeld. Soms is er wel eens een………………………………………probleem.
- 9. Hij werd in het ziekenhuis behandeld door een…………………………………team.
Down
- 2. Veel toestellen werken op elektriciteit. Wij koken op een……………………………………………fornuis.
- 4. Papa bestelt een pizza per telefoon. Hij bestelt altijd ……………………………………………….
- 6. Woorden die volgens het alfabet geordend zijn, zijn ……………………………………gerangschikt.
- 8. In de tropen is het erg warm en vochtig. Brazilïe is een……………………………………………land.