Woorden op -d of -t

1234567891011
Across
  1. 2. De kinderen maken een kasteel in het ... .
  2. 3. Als je niet volwassen bent, ben je nog een ... .
  3. 5. Mijn tenen groeien aan mijn ... .
  4. 7. Niet vierkant maar ... .
  5. 9. Hij blust het vuur of de ... .
  6. 11. Dier dat blaft.
Down
  1. 1. Ik schrijf met mijn rechter... .
  2. 3. Dier dat miauwt.
  3. 4. Niet slecht, maar ... .
  4. 6. De bakker bakt ... .
  5. 8. Ik verjaar in de ... oktober.
  6. 10. Een vervoersmiddel waarmee je kan varen.