Woorden van week 27 en 28

12345678910111213141516171819
Across
  1. 3. Onderzoekstocht
  2. 4. Heeft te maken met een land
  3. 7. Iets nieuws opnemen
  4. 10. Omdat het zo hoort
  5. 12. Te maken met verschillende landen
  6. 13. Kleurlingen en blanken leven apart
  7. 15. Opwinding
  8. 17. Wildernis
  9. 18. Voorwerp met herinnering
  10. 19. Gerecht met stapeltjes deeg
Down
  1. 1. Stad aan zee
  2. 2. Leerzaam
  3. 5. Uit een ver land
  4. 6. Groei aantal mensen
  5. 8. Royaal
  6. 9. Iets opknappen
  7. 11. Kunstmatig natmaken
  8. 14. Nadenken
  9. 16. Overlevingstocht