Woordenschat A

123456789101112131415161718
Across
  1. 2. De regering van een land + alle mensen die ervoor werken
  2. 7. Waardoor het komt
  3. 8. Zeggen dat je moet opletten omdat er een gevaar is
  4. 9. Iets waar je je schouders bij ophaalt; het maakt je niet uit
  5. 12. De koning en alle ministers die het land besturen
  6. 13. Heel erg
  7. 15. De actie om iets bekend te maken
  8. 16. Iets waar je verlegen van wordt of je een beetje voor schaamt
  9. 17. De vervelende kant van iets
  10. 18. Beslissen
Down
  1. 1. Iets wat gunstig is
  2. 3. Zorgen dat iets niet gebeurt
  3. 4. Iets wat kan
  4. 5. Overdenken
  5. 6. De baas van de ministers; van de mensen die ervoor moeten zorgen dat alles in een land goed verloopt
  6. 10. Iets wat door iets anders gebeurt
  7. 11. Aflopen
  8. 14. Piepklein