Woordenschat IT: Test 2.2

12345678910111213
Across
  1. 4. Niet knippen of plakken, maar ....
  2. 7. Zorgen dat er geen virussen op de computer kunnen komen. Ik ga mijn computer ….. met een antivirus.
  3. 8. Het document
  4. 10. De computer blokkeert. Ik druk op ctrl + alt + del
  5. 11. Geef de infinitief van het verbum: Ik connecteer mijn gsm met de wifi. Geef het synoniem van connecteren.
  6. 13. Ik steek mijn USB in de ….. van mijn computer.
Down
  1. 1. Een programma is niet altijd ... met Mac. Soms kan het programma niet worden geïnstalleerd.
  2. 2. Je steekt de stekker in het ...
  3. 3. Je steekt het in je oren om naar muziek te luisteren.
  4. 5. De computer opnieuw starten.
  5. 6. De notificatie/ het bericht
  6. 9. i7 of i5
  7. 12. Geef het verbum: Elke keer als ik mijn Windows computer aanzet, doet hij ... en dat kan zo lang duren! De computer wil elke keer de nieuwste versie installeren.