Woordenschat les 6

123456789101112
Across
  1. 3. Handen wassen is noodzakelijk, het is __ coronatijd.
  2. 7. Er is __ verschil tussen onze mondmaskers, ze zijn bijna hetzelfde.
  3. 8. Kijk eens __ naar jouw mondmasker: dit is toch echt te vuil om te dragen.
  4. 11. De __ van de mensen houdt zich aan de regels, maar sommigen doen dat niet.
  5. 12. Het is __ dat je een mondmasker draagt om anderen niet ziek te maken.
Down
  1. 1. Ik zei het al één keer, maar ik zeg het __: was jouw vieze mondmasker!
  2. 2. Het Ministerie van Volksgezondheid is de __ die beslist over de coronaregels in België.
  3. 4. De __ lockdown is minder streng dan de eerste. Nu mag er meer dan toen.
  4. 5. Het is __ dat we zo snel gewoon zijn geraakt aan die mondmaskers.
  5. 6. Het zijn __ oude mensen die overlijden aan corona, maar ook jongeren worden erg ziek.
  6. 9. In het begin van de corona-epidemie was er __ aan mondmaskers: er waren er te weinig.
  7. 10. De coronaregels __ overal: op school, in de winkels, op de bus of de tram.