Woordenschat week 39

12345678910111213141516171819
Across
  1. 2. competitie Een aantal wedstrijden die gaan om een hoofdprijs
  2. 4. Heel erg blij
  3. 7. Niet ouder dan
  4. 8. Zeggen wat er moet gebeuren
  5. 10. Over de eindstreep gaan
  6. 11. Een kans niet gebruiken
  7. 13. Opschrijven of op een andere manier blijvend opnemen
  8. 16. Meteen op radio, tv of internet
  9. 17. Openmaken
  10. 18. Een doelpunt maken
  11. 19. Hoe het voelt om je heen
Down
  1. 1. Heel erg bedroefd
  2. 3. Dicht doen of dichtmaken
  3. 5. Door te roepen laat je merken dat je iets of iemand geweldig vindt
  4. 6. Een groot sportveld met zitplaatsen eromheen voor de mensen die komen kijken
  5. 7. Niet verder dan
  6. 8. Maar alleen niet
  7. 9. Vanaf
  8. 12. Iemand die een sportclub, zanger of schrijver heel goed vindt
  9. 14. De sporter
  10. 15. De fan