woordjes frans H3
Across
- 2. tu veux ...(helpen) avec les activités?
- 6. j'aime ... (eten) des oranges
- 7. boodschappen doe je in de supermarché of op de ...
- 9. tegenovergestelde van grand
- 11. je dors (=slaap) dans ma chambre dans un ...(bed)
- 13. jaargetijde dat het koud is en sneeuwt
- 14. ruimte in huis waar je kookt
- 15. mon jean et mon sweat sont dans l'...(kast)
- 16. zusje van mijn neef
- 19. facebook en internet en mail en documenten en afbeeldingen op..
- 21. er is/er zijn (in het echt 3 aparte woordjes, in puzzel aan elkaar)
- 22. 365 jours, 12 mois, 52 semaines
- 24. rouge et blanc sont ...
Down
- 1. bleu et jaune sont ...
- 2. op een camping is het een komen en ...van veel toeristen
- 3. al
- 4. une maison a une porte et une ...(raam)
- 5. lundi mardi mercredi jeudi vendredi samedi dimanche
- 8. jaargetijde dat je in je bikini kunt lopen
- 10. altijd
- 12. veel
- 17. tegenovergestelde van blanc
- 18. kom: je ... au restaurant avec ma copine
- 20. dans le supermarché on peut(=kan)... le pain, les oranges etc
- 23. wil: je ... rencontrer ton copain