Woordpakket 13

123456789101112131415161718
Across
  1. 4. De mol graaft een ... .
  2. 5. Ik gebruik een klein ... om op reis te gaan.
  3. 7. Het ... eet graag worteltjes.
  4. 8. Het duurt maar een klein ... en dan is het gedaan.
  5. 11. Er staat een klein ... in het midden van de weg.
  6. 13. Op het ... schreef ik mijn telefoonnummer.
  7. 14. Mama leest nog snel een ... voor het slapen gaan.
  8. 15. De ... maken weeral ruzie om speelgoed.
  9. 17. Het ... stond daar alleen in de weide.
  10. 18. Het klein ... in mijn hoofd zegt dat ik moet stilzitten.
Down
  1. 1. Hij is nog geen man, maar een ... .
  2. 2. Het ... lag lekker te rollen in de modder.
  3. 3. Niet een dier, maar een klein ... .
  4. 5. Er kwamen allemaal kleine ... uit de eieren.
  5. 6. Niet een vrouw, maar een klein ....
  6. 9. De mama kreeg een geen zoontje, maar een ... .
  7. 10. De kinderen van de klas mogen ... spelen als ze klaar zijn.
  8. 11. Mijn knuffel is een ... . Hij is bruin met ronde oortjes.
  9. 12. Het ... botste tegen de muur terug naar mij.
  10. 16. Doe je ... maar open voor een beetje frisse lucht.