Woordpakket 23: ng/nk woorden

12345678910111213141516171819202122232425262728
Across
  1. 3. A, e, i, o en u.
  2. 6. Ik ben bang, maar jij bent nog ... .
  3. 7. Kleine vuurdeeltjes.
  4. 9. Niet snel, maar ...
  5. 10. Een sloeber.
  6. 12. Geluid dat een telefoon maakt.
  7. 15. Onderdeel van een bloem.
  8. 18. Denken dat iemand iets verkeerd heeft gedaan.
  9. 19. Een liedje ... .
  10. 20. Een ... in de lucht maken.
  11. 22. Iemand die te veel gedronken heeft, is ... .
  12. 25. Ik weet het niet, hier moet ik over ... .
  13. 26. Om boodschappen gaan.
  14. 27. Dit doe je als je iets krijgt van iemand.
Down
  1. 1. Hiermee kan je een boot stilleggen.
  2. 2. Iemand met een witte huidskleur.
  3. 4. Een ander woord voor geluiden.
  4. 5. Meervoud van tong.
  5. 8. Een kleine slang.
  6. 10. Dit hang je aan de muren.
  7. 11. Niet dikker, maar ...
  8. 13. Ik ben streng, maar jij bent nog ... .
  9. 14. Kan je omhoog hangen voor een verjaardag.
  10. 16. In de hoogte springen.
  11. 17. Kan je meten.
  12. 18. Doodgaan door te weinig lucht onder water.
  13. 21. Geef je als iemand jarig is.
  14. 23. Ik ben flink, maar jij bent de ... .
  15. 24. Niet de oudste, maar de ... .
  16. 28. Hiermee kan een bij steken.