words lesson 2
Across
- 2. grab a bite je moet snel door maar hebt honger je gaat .......
- 3. je vind iets heel leuk en je vind het .......
- 5. het is niet gevaarlijk maar ......
Down
- 1. wait je moet het doen in een kamer als je naar de dokter gaat
- 2. je hebt het openbaar vervoer nemen maar ook een .....
- 4. het is soms heel druk en je zit 'erin' als je bijvoorbeeld in de auto rijd
- 5. niet snel maar .......