11.5 Cellen en chromosomen

3. Dit is de deling waarbij geslachtscellen ontstaan met de helft van het aantal chromosomen van een gewone cel.
7. Huidcellen maken dit en geven bijvoorbeeld kleur aan je haar of huid.
8. Een van de geslachtscellen die via meiose wordt gevormd.
10. Het algemene proces waarbij een cel zich splitst in twee of meer nieuwe cellen.
11. Als in een cel elk chromosoom in tweevoud aanwezig is, noem je dat zo.
15. Dit molecuul bevat alle erfelijke informatie van een organisme.
16. Het proces waarbij cellen zich ontwikkelen om een specifieke functie uit te voeren.
18. Proces waarbij cellen verschillen in vorm en grootte.
19. Hierin bevinden zich de chromosomen van een cel.
20. Deze cellen ontstaan door mitose en bevatten altijd 46 chromosomen bij de mens.

1. Dit is een ander woord voor geslachtscellen, zoals zaad- en eicellen.
2. Deze bepalen welke genen in een cel aan of uit staan.
4. Moleculen die als schakelaars werken om genen aan of uit te zetten.
5. Een cel met slechts één exemplaar van elk chromosomenpaar wordt zo genoemd.
6. Ander woord voor de deling waarbij geslachtscellen worden gevormd.
9. Deze structuren bevatten het DNA van de cel en worden zichtbaar tijdens de deling.
12. Voordat de mitose start zijn de chromosomen ...
13. De functionele eenheden van DNA die specifieke eiwitten coderen.
14. Eiwitten die genen aan of uit kunnen zetten, worden ook wel zo genoemd.
17. Bij deze celdeling ontstaan twee cellen met elk het volledige aantal chromosomen.