Across
- 2. opscheppen
- 5. onzekerheid
- 6. onzeker
- 7. bezorgd
- 10. opgelucht
- 13. in verlegenheid brengen
- 15. gunst
- 17. dwaas
- 18. gillen
- 19. indrukwekkend
- 20. toevertrouwen
- 21. verbazing
- 22. ongemakkelijk
- 23. jaloers
Down
- 1. indruk maken
- 3. waardering
- 4. verzoenen
- 8. overwinnen
- 9. dankbaarheid
- 11. spanning
- 12. verbijsteren
- 14. spanning
- 16. met tegenzin
