Woordenschat theater

123456789101112
Across
  1. 2. Jo was erg nerveus en had last van ...
  2. 3. Een synoniem voor het hoofdpersonage
  3. 6. Natuurlijk gebruikt men in een moderne schouwburg gewapend beton, maar van een acteur zegt men nog steeds: ‘Hij staat op de ….’
  4. 8. Dit mag elke toneelspeler met de voeten betreden
  5. 11. Het gaat meestal open om 20u
  6. 12. Popsterren houden ervan om in de belangstelling te staan: ze houden ervan om in de ... te staan
Down
  1. 1. De uitgeschreven tekst van een toneelstuk of een film
  2. 4. Zij maakt een ... omdat ze niet naar de fuif mag. De buren kunnen meegenieten
  3. 5. Gesprek tussen twee personen
  4. 7. Een beweegbaar zijstuk van een decor op het toneel (meervoud)
  5. 9. Popsterren moeten vaak een ... opzetten. Ze kunnen hun 'ik' moeilijk tonen.
  6. 10. Het werd al snel duidelijk dat de jongen ... speelde. Hij bleef huilen, alleen zonder tranen