2VWO - Unit 4 pt 1

123456789101112131415161718192021222324
Across
  1. 3. from (to) verschillen van
  2. 4. off (to) opstijgen
  3. 6. able to (to) in staat zijn om
  4. 7. snelheid
  5. 9. (to) ontwikkelen
  6. 12. (to) worden
  7. 14. verbetering
  8. 15. (to) ontvangen
  9. 16. vliegen, rijden (op een constante snelheid)
  10. 19. praktisch
  11. 20. held (to) gehouden worden, georganiseerd worden
  12. 22. into consideration (to) rekening houden met
  13. 23. hoogte
Down
  1. 1. (to) onderhouden
  2. 2. brandstof
  3. 3. ondanks
  4. 5. (school)vak
  5. 8. dubbel, twee keer
  6. 10. motor
  7. 11. natuurkunde
  8. 13. scheikunde
  9. 17. atmosfeer
  10. 18. on op basis van, gebaseerd op
  11. 21. rid of (to) zich van iets ontdoen
  12. 24. keer, maal