6.2 Bestuiving

3. Deze eigenschap van stuifmeel zorgt ervoor dat het aan insecten blijft hangen.
9. Het proces waarbij stuifmeel op de stempel van een bloem van dezelfde soort terechtkomt.
10. Situatie waarbij stuifmeel op de stempel van een bloem van dezelfde plant terechtkomt.
12. Deze nachtdieren dragen soms ook stuifmeel over.
13. Hierin wordt het stuifmeel gevormd; ze hangen bij sommige bloemen buiten de bloem.
16. Wanneer stuifmeel terechtkomt op een bloem van een andere plant van dezelfde soort.
18. Klein dier met vleugels dat, net als insecten, ook bloemen bestuift.
19. Onderdeel van een bloem waar stuifmeel op gevormd wordt.
20. Bestuiving werkt alleen als stuifmeel op een bloem van dezelfde ... terechtkomt.

1. Kleurrijke delen van de bloem die vaak insecten lokken.
2. Het voortplantingsorgaan van een plant.
4. Jonge bijen die gevoed worden met honing.
5. Bloemtype dat opvallend gekleurd en geurend is, om bezoekers aan te trekken.
6. Deze dieren dragen bij aan bestuiving terwijl ze voedsel verzamelen voor hun larven.
7. Deze korrels komen uit de meeldraden en zorgen uiteindelijk voor bevruchting.
8. Bloemtype dat weinig opvalt maar veel stuifmeel produceert.
11. Zoete stof die insecten aantrekt en bijvoorbeeld door bijen wordt verzameld.
14. De kleur van stuifmeel die je vaak ziet bij bloemen en aan de poten van bijen.
15. De vorm van de stempel bij windbloemen, bedoeld om stuifmeel beter op te vangen.
17. Hierop moet stuifmeel terechtkomen om bestuiving mogelijk te maken.