Across
- 3. daar bij die......, die mooie ......
- 5. een klein schaapje
- 11. een huisdier
- 13. deze vruchten zijn erg bekend in de Betuwe
- 14. zo heet onze Koningin
- 15. soep eet je met een .......
Down
- 1. 5 + 5 = ....(voluit schrijven)
- 2. een kopje...... of thee
- 4. als je jarig bent dan is het je ...........
- 6. als de lente komt koop ik voor jou..... uit Amsterdam
- 7. als je een meisje als kind hebt dan is zij je .....
- 8. deze bol verwarmt de aarde, en zorgt dat het licht wordt
- 9. feestdag meestal in maart/ april, denk ook aan eieren
- 10. winter, herfst, zomer, ......
- 12. Flipje staat in .......
