Across
- 3. Zich in alle richtingen door elkaar bewegen/Vol zijn met
- 6. Stipje
- 7. zuinig/gierig
- 8. paal/hekwerk
- 9. Afgescheurde lap/Willekeurig gedeelte bijv. van een gesprek
- 10. zacht-slobberend drinken
- 11. Niet vluchten/Moedig ondergaan
- 12. Nu meteen, Zonder uitstel
- 14. bijna zwarte zoete kers/Bier met kersen smaak
- 15. Middeleeuwse zanger/dichter
Down
- 1. Vrouwlijke dief
- 2. Niet ronduit noemen
- 4. Vrolijk,Opgewekt/Bloeiend,Blozend
- 5. Uiteenlopen/Verscheidenheid
- 13. Vechtsport gebaseerde fitness