Across
- 3. wegaan, er niet meer zijn
- 6. een beslissing nemen
- 8. als het in de winter hard vriest en er ligt ijs op de sloten, dan kun je gaan ...................
- 9. aandacht hebben
- 11. veel Joden hebben zich kunnen verstoppen in de oorlog, zij konden ............................
- 12. iets of iemand niet hebben en dat jammer vinden
- 13. ik vind het niet erg, het kan me niet ..................
- 15. iets een paar keer doen om het beter te kunnen
- 17. als er rommel is in huis, ga je dat ....................
- 18. als heel veel van iets houdt, ben je er ........ op
Down
- 1. als er een probleem is, wil je dat ..................
- 2. ik ben altijd van alles aan het doen, ik ben altijd ..........
- 3. als je een fout gemaakt hebt, moet je die .............
- 4. je hebt kriebels in je keel, je bent verkouden
- 5. iets heel graag willen
- 7. je moet iets harder praten, ik kan je niet ...............
- 10. mooi maken, als iemand jarig is, kun je zijn stoel ......................
- 11. de familie Frank is ondergedoken in het achterhuis. Ze zijn bang dat iemand hen zal .......................
- 14. als je iets helemaal niet leuk vindt, dan heb je er een ........... aan
- 16. een kind helpen een goede volwassene te worden
