Begeleiden

4. Factoren van binnenuit.
9. Dit gebeurt als je iets in de mond van een zuigeling stopt.
11. Factoren van buitenaf.
12. Automatische reactie op prikkels van buitenaf.
13. Angst bij jonge kinderen om door hun ouders/verzorgers verlaten te worden.
14. Fase bij een peuter waarin hij zijn eigen wil ontdekken.
15. Hoe ouder je word, hoe meer je kan in de ontwikkeling.
16. Samenwerking tussen ogen en handen die bij de baby op gang komt.
17. Dit houdt de mogelijkheid in om zelf richting te geven aan je eigen ontwikkeling.

1. Vermogen van de mens om zich dingen te herinneren, te denken en te begrijpen.
2. Periode bij de baby waarin zijn afhankelijkheid aan de ouders duidelijk word.
3. Wetenschap die de ontwikkeling van de mensen in de verschillende fasen van zijn ontwikkeling bestudeerd.
5. Word opgeroepen bij de handen en voeten van de baby.
6. Dat je alleen aan jezelf denkt.
7. Wetenschap die zich richt op de gedrags en belevingsveranderingen van de ouder wordende mens.
8. Aangeboren manier waarop iemand reageert op bepaalde omstandigheden.
10. Periode in het leven van de mens met specifieke kenmerkende gedragingen.