Begrippen H1 en §2.1 VWO 3

12345678910111213141516
Across
  1. 3. Reclame voor politieke ideeën of voor een politicus via massamedia, met als doel zoveel mogelijk mensen te overtuigen.
  2. 4. politie Politiemacht die politieke tegenstanders opspoort.
  3. 5. Het verschijnsel dat mensen niet meer naar de kerk gaan en vaak ook niet meer in God geloven.
  4. 9. Het streven van een land om in een conflict of oorlog geen partij te kiezen.
  5. 10. gevolg Een gevolg dat niet voorzien is.
  6. 13. Russische communist
  7. 14. Oorlog waarin soldaten greppels uitgraven en daarin bescherming zoeken tegen de vijand.
  8. 15. Land of gebied dat op verzoek van de wereldgemeenschap door een ander land wordt bestuurd.
  9. 16. Een oorzaak die onmiddellijk voorafgaat aan de gebeurtenis die hij veroorzaakt.
Down
  1. 1. Letterlijk: ‘bondgenoten’. In de Eerste Wereldoorlog de benaming van de landen die aan de zijde van de Britten en de Fransen vochten.
  2. 2. Een race tussen landen om zoveel mogelijk en zo krachtig mogelijke wapens te maken, omdat hun vijanden dat ook doen.
  3. 6. Ideologie die in Italië opkwam in de jaren 1920, die streefde naar een sterke staat onder een sterke leider en die tegen de democratie was.
  4. 7. Een staat waarin maar één politieke partij is toegestaan, die alle macht heeft.
  5. 8. De communistische machtsovername in Rusland in oktober 1917 onder leiding van Lenin.
  6. 11. Een middel waarmee je grote groepen mensen kunt bereiken: kranten, tijdschriften, radio, film, televisie en internet.
  7. 12. op lange termijn Een gevolg dat pas enige tijd na een gebeurtenis plaatsvindt.