Across
- 3. Gebieden waar de producten worden verkocht.
- 4. revolutie. Snelle verbeteringen in de landbouw, waarbij veel machines werden gebruikt.
- 5. Van Houten. 1874 - kinderen onder de 12 jaar mochten niet meer in fabrieken werken.
- 7. Geld.
- 8. Gematigde socialisten. Zij willen een klasseloze maatschappij bereiken d.m.v. de politiek.
- 10. Radicale socialisten. Zij willen een klasseloze maatschappij bereiken d.m.v. een revolutie.
- 11. Streven van Westerse landen om hun macht uit te breiden. Dit gebeurt vanaf de 19de eeuw vooral in Afrika en Azië. Dit had vooral een economische reden: grondstoffen halen uit de koloniën en eindproducten verkopen.
- 12. Een staat waarin de overheid zich zo min mogelijk bemoeit met de economie, ze zorgt vooral voor orde en veiligheid.
- 14. Het werk neerleggen uit protest.
- 15. Machine die met behulp van stoom in beweging wordt gezet.
- 17. Een groep mensen die op dezelfde manier denkt hoe het land bestuurd moet worden.
- 21. Organisatie die opkomt voor de rechten van de werkende mensen.
- 22. revolutie. De verandering van een landbouwsamenleving naar een geïndustrialiseerde samenleving, waar steeds meer producten met machines gemaakt worden.
- 23. Het werk van arbeiders.
Down
- 1. Een groep mensen die zich inzet voor het besturen van het land. De mensen binnen een politieke partij denken hetzelfde over het besturen van een land.
- 2. De denkwijze waarbij mensen willen dat de overheid zich zo min mogelijk bemoeit met de economie.
- 6. Een samenleving waarin er gelijkheid is tussen alle mensen.
- 9. Een land dat door een ander land is ingenomen. Meestal zijn dit overzees veroverde gebieden.
- 13. Het thuis maken van spullen, vooral in de textielsector.
- 16. Alle middelen die nodig zijn om producten te maken.
- 18. De denkwijze waarbij mensen een klasseloze maatschappij willen, gelijkheid.
- 19. Ruwe materialen waarvan producten worden gemaakt.
- 20. Liefde voor eigen land, volk en de eigen cultuur.
