Blok 2 Hoofdstuk 5 en 6

123456789101112131415161718192021
Across
  1. 2. iets laten ontstaan door het te bouwen of in te stellen
  2. 5. manier waarop iets is gemaakt
  3. 6. deel
  4. 11. de ministers die het land besturen
  5. 12. meteen
  6. 15. waarderen, eerbied hebben voor iemand
  7. 16. ergens informatie in opzoeken
  8. 18. tekst of tekening die ergens in gekrast is
  9. 20. een mens in een land dat een koning heeft
  10. 21. macht
Down
  1. 1. ongeveer
  2. 2. koning of president van een land
  3. 3. plotseling tevoorschijn komen
  4. 4. controleren of iets goed gemaakt is
  5. 7. familielid
  6. 8. lijst met dingen die gaan gebeuren
  7. 9. groep mensen die op een bepaalde manier leven of werken
  8. 10. afspreken dat iets voor je vrijgehouden of bewaard wordt
  9. 13. het punt
  10. 14. plechtigheid met vaste gebruiken
  11. 17. erbij zijn
  12. 19. met goud bespoten