blok 3

1234567891011121314151617181920
Across
  1. 1. Een wagen die vastzit aan een trein
  2. 3. Deel van een camera
  3. 6. Iemand die reist
  4. 7. Een blad met informatie of reclame
  5. 8. Een plek waar je kunt kamperen met je tent of caravan
  6. 10. De tijd dat de trein wegrijdt
  7. 11. Als een trein of bus te laat is
  8. 14. Ergens een foto van maken
  9. 15. Belangrijkste stad waaruit een land wordt bestuurd
  10. 18. Iemand die passagiers van een vliegtuig of boot helpt
  11. 19. Een tent waar je de stokjes van kan buigen
  12. 20. Een gebied waar vliegtuigen kunnen landen en opstijgen
Down
  1. 2. Je bent aangekomen waar je moest zijn
  2. 4. Een boot die mensen van de ene naar de andere kant brengt
  3. 5. Iemand die de trein bestuurd
  4. 9. Een trein voor het vervoer van voorwerpen
  5. 12. Iemand die de weg wijst
  6. 13. Iemand die als beroep in de trein kaartjes controleert
  7. 16. Ruimte van de piloot in een vliegtuig
  8. 17. Een hoge, lange stoep waar je op stapt als je uit een tram of trein komt