BZG-AFP

123456789101112131415161718192021222324252627282930313233343536373839404142434445464748495051
Across
  1. 3. overzicht van de belangrijkste arbeidsrisico’s, met richtlijnen en veilige oplossingen om arbeidsrisico’s aan te pakken
  2. 7. ander woord voor heiligbeen
  3. 8. kromming van de wervelkolom met de holle kant naar achteren
  4. 10. de verhouding tussen de vochtinname en vochtuitscheiding
  5. 11. een gelokaliseerde beschadiging van de huid die erg pijnlijk en langdurig is
  6. 15. groot tilhulpmiddel
  7. 17. andere naam voor urine
  8. 18. zo noemen we het gewricht in de knie ook wel
  9. 20. sterke, niet rekbare vezels waarmee de spier met het bot verbonden wordt
  10. 21. de urineproductie is minder dan 50 ml per 24 uur
  11. 23. andere naam voor ontlasting
  12. 25. spieren die elkaar tegenwerken
  13. 26. deze houding wordt toegepast bij zorgvragers in shock
  14. 33. past zich niet aan de vorm van de zorgvrager aan. Prikkelt de zorgvrager tot activiteit. Alleen voor zorgvragers die in staat zijn te verzitten
  15. 36. dit zegt iets over de bewegelijkheid van iemand
  16. 38. dit vlies in het oog bevat staafjes en kegeltjes
  17. 39. aanspannen van de spier
  18. 41. tussen schedeldakbotten zitten zachtere plekken
  19. 42. cataract is een ander woord voor?
  20. 43. de urineproductie is minder dan 500 ml per 24 uur
  21. 44. zo noemen we het gewricht in de schouder ook wel
  22. 45. te weinig vocht in het lichaam
  23. 46. bovenste laag van de huid
  24. 47. spier wordt onvoldoende gebruikt, hij wordt dunner
  25. 49. hoger energiegebruik dan normaal (ziekte, grote wonden)
  26. 51. laag vet die om de nieren ligt
Down
  1. 1. als de urine troebel is en erg ruikt is er kans op?
  2. 2. van deze wervels hebben we er 12
  3. 4. hart moet kloppen, ademhaling en spijsvertering moeten doorgaan en hersenen zijn continu actief
  4. 5. spier kan nog wel bewust bewogen worden, maar er zit geen kracht meer in
  5. 6. klein tilhulpmiddel
  6. 9. rondom de hele spier ligt laagje bindweefsel, dit noemen we...
  7. 12. loophulpmiddel
  8. 13. zo noemen we het gewricht in de duim ook wel
  9. 14. de uitkomst geeft aan of iemand een te laag gewicht, normaal gewicht of matig- tot ernistig overgwicht heeft, dan meet je het...
  10. 15. dijbeen, scheenbeen, kuitbeen, opperarmbeen zijn voorbeelden van ..
  11. 16. gebrek aan verschillende (meerdere) voedingsstoffen
  12. 19. ontstaat bij zitten en liggen op plaatsen waar het botweefsel dicht onder het huidoppervlak ligt
  13. 22. het laatste deel van de dikke darm en het reservoir van ontlasting
  14. 24. een spier kan niet meer bewust bewogen worden
  15. 27. deze botverbinding is onbewegelijk
  16. 28. te veel vocht in het lichaam
  17. 29. hier worden geluidstrillingen omgezet in zenuwimpulsen die doorgestuurd worden naar de hersenen
  18. 30. dikker worden van de spier door training
  19. 31. hier worden rode bloedcellen aangemaakt
  20. 32. Dit is een voorschrift over voedingsstoffen dat door de arts wordt gegeven naar aanleiding van een diagnose
  21. 34. vorm van zitelement past zich aan de vorm van de zorgvrager aan. Betere drukverdeling
  22. 35. hier wordt de urine als eerst opgevangen
  23. 37. praktijkrichtlijnen voor de fysieke belasting van jezelf
  24. 40. kromming van de wervelkolom met de holle kan naar voren
  25. 48. de urineproductie is meer dan 2 liter per 24 uur
  26. 50. de urineproductie neemt toe in de nacht