cb wk H h1 en 2

1. Ingevolge de .... wet zijn er ernstige bezwaren nodig om iemand aan lichaam en kleding te onderzoeken.
4. Als je naar de Hoge Raad wil met je zaak noem je dat in .... gaan.
6. Hoeveel rechtelijke instanties zijn er?
9. Tbs is een .... .
10. Alleen een .... kan worden staandehouden door de politie.
11. .... is een vrijheidsstraf voor een jeugdige.
14. Een aangehouden verdachte moet .... worden overgedragen aan een opsporingsambtenaar.
15. De rechter-commissaris houdt .... op toepassing opsporingsbevoegdheden van de OvJ en politie-ambenaren.
16. De uitspraak in een gerechtshof wordt een .... genoemd.

2. Een fouillering die de een beveiliger mag uitvoeren is heet een .... .
3. Een rechercheur bij de politie is een .... opsporingsambtenaar.
5. Om een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoner is een .... machtiging nodig.
7. Wie is verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van de straf?
8. Vrijheidsstraf bij overtredingen noem je .... .
12. Bewijs moet voor de rechter .... en overtuigend zijn.
13. (getrapte bevoegdheid) De eerste die een persoon mag aanhouden buiten heterdaad is de .... .
14. (uit definitie verdachte) is het 'uit feiten en omstandigheden' of 'uit feiten of omstandigheden'?