Across
- 2. bouwen
- 7. flexibel
- 10. samen
- 12. verdienen
- 13. stipt
- 14. beveiliging
- 16. verwarrend
- 18. kapper
- 21. tevreden
- 24. veiligheid
- 26. sociaal
- 28. omringen
- 29. timmerman
- 31. beweging
- 32. kok
- 33. dienst
- 37. kwetsbaar
- 38. evenement
- 39. gezondheidszorg
Down
- 1. vol
- 2. balanceren
- 3. bezorgen
- 4. bord
- 5. vooruitgang
- 6. protest
- 8. vervuiling
- 9. georganiseerd
- 11. aanmoedigen
- 15. productie
- 17. zelfstandig
- 19. oprichter
- 20. duidelijk
- 22. verkoper
- 23. hoeveelheid
- 25. gewoonte
- 27. kantoor
- 30. secretaresse
- 34. fooi
- 35. salaris
- 36. ervaren
