Across
- 2. rechts
- 6. paraplu
- 7. misschien
- 8. beschrijven
- 9. spoorwegstation
- 14. links
- 15. vandaag
- 16. vertellen
- 17. derde
- 18. tweede
Down
- 1. brug
- 3. afslaan
- 4. bouwen
- 5. klasgenoot
- 9. rotonde
- 10. taal
- 11. rechtdoor
- 12. reizen
- 13. geleden
- 19. oversteken
