Across
- 2. donderdag
- 4. zaterdag
- 7. (een) televisietoestel
- 9. beginnen
- 11. mogen, kunnen
- 12. woensdag
- 15. maandag
Down
- 1. (de) dagen
- 3. zondag
- 5. (het) weerbericht
- 6. (een) examen
- 7. laat
- 8. (het) nieuws
- 10. (een) huiswerk
- 13. (een) oefening
- 14. zien, kijken
