Across
- 2. stekker
- 4. opgewonden, enthousiast
- 6. verdieping
- 10. wijk
- 12. echter
- 14. toewijzen, (op)geven
- 16. heel klein
- 17. bord
- 18. fontein
- 20. ergens achter komen
- 23. gemeenschap
- 24. buurtbewoner, inwoner
Down
- 1. in plaats daarvan
- 3. de was
- 5. taak, karwei
- 7. tegenover
- 8. verantwoordelijkheid
- 9. wc
- 11. kelder
- 13. oneerlijk
- 15. plein
- 19. getij
- 21. onhandig
- 22. toekomst
- 25. reisje, uitje
