Across
- 2. uitnodiging
- 5. zakenman
- 7. bezemsteel
- 9. maken, herstellen, repareren
- 11. beslissen, besluiten
- 14. boerderij
- 15. mandje
- 16. vergeten
- 17. munt van 10 cent
- 18. bril
- 21. schuur
- 24. wandelstok
- 25. afspraakje
- 26. pet
- 28. stelen
- 30. buik
- 31. hoed
Down
- 1. vernielen
- 3. uitvinden
- 4. verkopen
- 6. oom
- 8. magisch
- 10. uitvinding
- 12. afmaken, invullen
- 13. lui
- 19. luid
- 20. succesvol
- 21. ontbijt
- 22. verwijderen
- 23. personage
- 27. schreeuwen
- 29. oogwimper
