Across
- 2. Heeft een blauwe pennenzak
- 5. Ze touwtrekt
- 6. Ze turnt veel en is heel lenig
- 7. Speelt graag met Simon
- 9. Hij is nummer 2 als klasnummer
- 10. Ze is blond en heeft krulletjes
- 11. Hij heeft een donkere huid
- 14. Heeft een groene boekentas
- 17. Ze heeft 4 letters in haar naam en de letter is de r
Down
- 1. Hoe heet de juf?
- 3. Hij heeft drie letters in zijn naam
- 4. Ze heeft vijf letters in haar naam en de tweede letter is de e
- 5. Ze heeft een roze boekentas met wieltjes
- 8. Hij heeft een e en een h in zijn naam
- 12. Hij is de grootste van de klas
- 13. Ze heeft lang haar
- 15. ze is heel rustig in de klas
- 16. Haar broer heet Sam
