Across
- 2. veel schapen samen
- 3. de drie koningen volgden haar
- 4. dier naast de ezel in de kerststal
- 6. slaapplaats voor koeien in de winter
- 7. laatste maand van het jaar
- 9. hij komt op 6 december
- 11. koppig dier in de kerststal
- 13. zich verplaatsen op het ijs
- 17. deze man smelt in de zon
- 20. dit steek je af op oudejaar
- 21. periode voor Kerstmis
- 22. cadeau
- 26. beroep van Jozef
- 27. de temperatuur daalt onder nul
- 28. rijtuig van de kerstman
- 29. bevroren regen
Down
- 1. dient als kerstboom
- 2. voederbak als wieg in de kerststal
- 3. geven wol en melk
- 4. 31 december
- 5. typische borrel voor kerstmarkt
- 8. dorpsplein met kramen rond Kerstmis
- 10. hierop slapen de koeien
- 12. rijdier van de drie koningen
- 14. 1 januari
- 15. wordt gestrooid op gladde wegen
- 16. rode neus voor de sneeuwman
- 18. hier was geen plaats voor Jozef en Maria
- 19. dit dier wordt geslacht rond Kerstmis
- 22. een van de geschenken van de drie koningen
- 23. dit seizoen begint op 21 december
- 24. geen oorlog
- 25. schapenhoeder