Across
- 3. Oefeningen om je lichaam gezond en soepel te houden.
- 4. De energie de je voor iets nodig hebt.
- 6. Iets bespreken, kijken of het goed was.
- 7. Rustgevend.
- 9. Een speciaal geval, de exceptie.
- 11. Meedoen, bv. aan een wedstrijd ...
- 12. De conditie, een eis die je op voorhand stelt.
- 14. Bijna niet.
- 15. Hoe iemand zich gedraagt.
Down
- 1. Een sport om je conditie en spieren te verbeteren.
- 2. De goal.
- 3. De kans, de mogelijkheid.
- 5. Zeggen dat iemand iets moet doen, dwingen.
- 8. Op het einde, ten slotte.
- 10. Een keer iets niet doen, bv. een keer niet naar de les komen = een les ...
- 13. Hoogspringen, 100 meter sprint, 400 meter lopen, ...
