Across
- 1. Ik heb bloed nodig om de winter te overleven.
- 3. Ik kronkel langs de grond en om te doden wurg ik of ik vergiftig.
- 5. Ik doe mijn naam.
- 6. Ik lijk op een vis maar ben het niet.
- 9. Ik ben erg sterk en ik kan goed bijten.
- 11. Ik lijk op een vogel maar kan niet goed vliegen.
- 12. Ik kan hoog springen.
- 13. Ik lijk op een insect maar ben het niet.
Down
- 1. Ik ben heel klein en katten vermoorden me.
- 2. Ik ben de ben de beste vriend van de mens.
- 4. Ik ben de koning van ons allemaal.
- 5. Ik kan onderwater ademen.
- 7. Ik zit graag in modder.
- 8. Ik lijk goed op de mens.
- 9. Ik steek graag.
- 10. Ik ben een combinatie met een hond en een vis.
- 11. Ik maak melk.
- 12. Ik ben een snoezig diertje maar in mijn grotere vorm ben ik een koning.
