dieren

12345678910111213141516
Across
  1. 2. ik piep als een varken
  2. 4. te dik voor een muis maar te klein voor een cavia
  3. 5. ik ben geen knaag dier vanwegen mijn stiftandjes
  4. 7. ik leef soms in zout en dan weer in zoet water
  5. 8. op zo goed als elke vijver drijf ik rond
  6. 9. hoe kleiner hoe gemener mijn soort
  7. 10. ik begin ook als dikkopje maar hou mijn staart
  8. 13. het mannetje fluit het mooiste deuntje
  9. 15. ik heb 3 snelheids gangen en soms zelf eentje meer
  10. 16. ik leef in harmes
Down
  1. 1. in Brussel maak ik al mijn nest
  2. 2. van mij maakten ze vroeger jassen en sjaals
  3. 3. een kwispelend dier
  4. 6. ik blaat niet maar ik mekker
  5. 11. ik leef ook in huis
  6. 12. ik mekker niet maar ik blaat
  7. 13. een dier met snorharen
  8. 14. ik vlieg mee met piraten
  9. 16. booee!